Vijf tips voor veilig internetgebruik

Op het internet surfen is net zoals met de fiets rijden. Leuk, maar het blijft opletten. De andere kant van de internetmedaille brengt dus ook gevaren met zich mee. Constant liggen hackers op de loer om je het fietsen doorheen het wereldwijde web te beletten of om zelf te kunnen meefietsen tot aan je gegevens of zelfs jouw bankapplicatie.

Met onderstaande vijf tips zorg je alvast voor een stevige basis om je veilig op het internet te begeven.

1. Kies voor een sterk wachtwoord

De basis om toegang te krijgen tot iets op het internet (mails, social media, overheidsdocumenten,...) is een wachtwoord. Het is dus van groot belang dat jouw wachtwoorden veilig zijn, en dus ook sterk genoeg.

  • Overal hetzelfde wachtwoord is geen goed idee. Wanneer jouw wachtwoord op één plaats gelekt wordt, is de toegang tot andere accounts voor hackers een koud kunstje.
  • Je hoeft niet al jouw wachtwoorden te onthouden. Een wachtwoord is op zijn sterkst als het een combinatie is van hoofdletters, kleine letters, cijfers en symbolen. Via een wachtwoordkluis beheer je éénvoudig al jouw wachtwoorden.
  • Vermijd voorspelbare en korte wachtwoorden. Jouw mailadres of naam van de organisatie gebruiken als wachtwoord is geen goed idee, net zoals 01234
  • Wachtwoorden opslaan in de browser is niet aan te raden. Wanneer iemand toegang heeft tot jouw computer, kan die persoon ook overal inloggen. Heeft die persoon het wachtwoord van je computer, dan kan hij ook alle wachtwoorden effectief zien.
  • Geef nooit een wachtwoord door via mail of telefoon, ook niet aan iemand die je volledig vertrouwt. Gebruik tools zoals Password.Link.
  • Een klassieker om te vermijden: de Post-It met wachtwoorden. Laat je wachtwoord nooit rondslingeren rondom je computer.

2. Gebruik tweefactorauthenticatie

Twee-factor-authenticatie garandeert dat jij de enige persoon bent die toegang heeft tot jouw account, zelfs als iemand je wachtwoord weet.

Om toegang te krijgen tot je account moet je standaard bewijzen dat je bent wie je beweert te zijn. Dat kan op drie verschillende manieren:

  • met iets dat jij alleen weet (jouw wachtwoord of pincode),
  • met iets dat jij alleen hebt (jouw telefoon of token),
  • met iets dat jij bent (jouw vingerafdruk, gelaat, iris…).

Meestal gebruik je één van deze factoren, vaak een wachtwoord, om te bewijzen wie je bent, maar het is beter om twee of meerdere factoren te gebruiken: dit is twee- of meerstapsverificatie (2FA of MFA). Je gebruikt dan bv. een wachtwoord en je laat daar bovenop ook een code naar je GSM sturen, of je gebruikt je vingerafdruk en een app om toegang te krijgen.

Twee-factor-authenticatie is dus een extra beveiligingslaag voor jouw account om ervoor te zorgen dat jij de enige persoon bent die toegang heeft tot jouw account, zelfs als iemand je wachtwoord weet.

3. Zorg dat je up-to-date bent

De wereld van het internet staat nooit stil. Ook de manieren waarop cybercriminelen toegang proberen te krijgen tot jouw gegevens evolueren. Ze gaan steeds op zoek naar achterpoortjes. Om die constant dicht te timmeren, voorzien softwareontwikkelaars updates. Voer dus steeds alle updates door, zowel voor je besturingssysteem (Windows, IOS, Android,...) als voor alle programma's en apps die je gebruikt. Sluit daarom bijvoorbeeld steeds je computer af op het einde van de werkdag. Zo kunnen er updates uitgevoerd worden (iets wat dan vaak automatisch gebeurt).

Security updates timmeren achterpoortjes dicht.

4. Let altijd op bij mails

Iedereen heeft ze ongetwijfeld al in zijn mailbox zien passeren. Mails over onbetaalde facturen of nog-niet-geleverde pakjes die je in de val proberen te lokken. Ze zien er vaak heel betrouwbaar uit met logo en juiste kleuren, maar op die manier proberen cybercriminelen hun slag te slaan. Ze spelen in op angst (indien je de factuur niet betaald, dan...) of nieuwsgierigheid (er is een pakje onderweg, maar je moet nog eerst iets betalen of je hebt een cadeaubon gewonnen) om een link te laten openen of een bijlage te laten downloaden.

  • Vermijd het klikken op links. De kans is erg groot dat je in een onveilige omgeving terechtkomt. Je kan steeds de link gaan controleren door met je cursor op de link te gaan staan zonder erop te klikken.
  • Controleer het e-mailadres van de afzender op spelfouten en de tekst op taalfouten. Taalfouten of een vreemd taalgebruik kunnen wijzen op een verdacht bericht. 
  • Officiële instanties zullen nooit via mail, sms of telefoon vragen om je wachtwoord, persoonlijke- of toegangsgegevens door te sturen.
  • Download nooit zomaar een bijlage. Open alleen een bijlage als je de afzender volledig vertrouwt. Maar: ook het mailadres van één van je vrienden of collega's kan gehackt zijn.

Twijfel je nog steeds aan de echtheid van een mail, neem dan contact op met de afzender op een andere manier (telefoon, social media,...)

5. Maak een back-up

Jouw reddingsboei! Een back-up is een kopie van bestanden die voor jouw belangrijk zijn. Met een back-up kan je gegevens terugplaatsen indien er een virus gedetecteerd werd of de toegang tot je gegevens geblokkeerd is door hackers. Ook bij diefstal, verlies of technische problemen is dat erg handig.

  • Alle toestellen: zorg niet alleen voor een back-up van bestanden op je computer, maar ook van op je smartphone of tablet.
  • Voldoende afstand tussen je back-up en je originele bestanden: zet je back-up niet op hetzelfde toestel. Een back-up in de cloud is een goede keuze omdat die los zit van je computer zelf.
  • Meerdere back-ups: een back-up in de cloud en één op een externe harde schijf is.
  • Test je back-up: zorg dat je weet hoe je jouw back-up moet terugplaatsen indien het nodig is.